Het antwoord hangt af van de wetenschap die u vraagt. De wetenschap van de conventionele geneeskunde probeert ons gerust te stellen dat geen van de verschijnselen tussen lichaam en geest werkelijk bestaat. Dat komt omdat de huidige biologieboeken en massamedia het lichaam en zijn samenstellende cellen beschrijven als machines gemaakt van biochemische bouwstenen.
Deze perceptie heeft het grote publiek geprogrammeerd om het geloof in genetisch determinisme te accepteren, het idee dat genen fysieke en gedragskenmerken beheersen. Deze trieste interpretatie ondersteunt het idee dat ons lot onlosmakelijk verbonden is met voorouderlijke kenmerken die worden bepaald door genetische blauwdrukken die zijn afgeleid van onze ouders, en hun ouders, en de ouders van hun ouders, tot in het oneindige. Dit zorgt ervoor dat mensen geloven dat ze "slachtoffers" zijn van erfelijkheid.
Gelukkig heeft het Human Genome Project (HGP) het tapijt onder de conventionele wetenschappelijke overtuigingen met betrekking tot genetische controle vandaan gehaald. Dit is ironisch omdat het het tegendeel wilde bewijzen. Volgens de conventionele opvatting zou de complexiteit van een mens een genoom vereisen dat meer dan 100,000 genen bevat. Verrassend genoeg ontdekte de HGP dat mensen ongeveer 23,000 genen hebben, bijna hetzelfde aantal genen als bij enkele van de meest primitieve dieren. De ontbrekende genen benadrukken de gebrekkige aard van een fundamentele "mythe-perceptie" die ten grondslag ligt aan genetisch determinisme… er zijn simpelweg niet genoeg genen om dat model te laten werken!
Dus als genen het leven niet beheersen. . . wat doet? Het antwoord is: we doen! De zich ontwikkelende nieuwe wetenschap onthult dat ons vermogen om ons leven te beheersen voortkomt uit onze geest en niet voorgeprogrammeerd is in onze genen.