De meeste dwingend gerichte gedragingen die we dagelijks uitvoeren, zijn vereist voor onze persoonlijke overleving. Om echter de fundamentele imperatief van soorten te bereiken weergave, het vereist dat we met anderen omgaan. Voor lagere organismen is succesvol voortplantingsgedrag misschien niets anders dan op het juiste moment op de juiste plek zijn. Vrouwelijke zeesterren laten klauwen van eieren los in de zee, en als reactie daarop werpen naburige mannelijke zeesterren reflexief hun sperma af in de buurt van de eieren. Voilà, reproductie-imperatief vervuld. Primitieve organismen, zoals zeesterren, hoeven hun bevruchte eieren niet bij te wonen, en elk ei zal een individu voortbrengen dat zelfvoorzienend is vanaf het moment dat het uitkomt. Er is eenvoudigweg geen behoefte aan ouderlijke zorg.
Als men echter de evolutionaire ladder beklimt, vereist de creatie van "levensvatbare" nakomelingen voor hogere organismen veel meer reproductieve betrokkenheid dan nodig is om sperma en ei bij elkaar te brengen. Naarmate de soortcomplexiteit toenam, leidde dit tot de geboorte van individuen die een langere periode van zwangerschap nodig hebben en een langere periode van postpartum opvoeding voordat ze in staat zijn om zelfstandig te overleven. Dit geldt in het bijzonder voor mensen, van wie de zuigelingen een uitgebreide "opleiding" en gedragsvaardigheden nodig hebben om hen in staat te stellen te overleven en hen voor te bereiden om effectieve ouders voor hun eigen kroost te zijn.
Het onderwerp van morgen zal gaan over het ontwerp van de natuur voor succesvolle reproductie 🙂