Vroeger dachten we dat de moeder alleen voeding gaf aan een kind in ontwikkeling. Het verhaal was dat genen de ontwikkeling regelen, de moeder zorgt alleen voor voeding. We weten nu natuurlijk dat er meer is dan alleen voeding in bloed. Bloed bevat informatie over emoties en regulerende hormonen en de groeifactoren die het leven van de moeder beheersen in de wereld waarin ze leeft. Al deze informatie gaat samen met de voeding naar de placenta. Als de moeder gelukkig is, is de foetus gelukkig omdat dezelfde chemie van emoties die het systeem van de moeder beïnvloeden, de foetus binnendringen. Als de moeder bang of gestrest is, kruisen dezelfde stresshormonen elkaar en passen ze de foetus aan. Wat we erkennen, is dat via een concept dat epigenetica wordt genoemd, de omgevingsinformatie wordt gebruikt om het genetische programma van de foetus te selecteren en aan te passen, zodat het zich aanpast aan de omgeving waarin het zal groeien, waardoor de overleving van het kind wordt verbeterd. Als ouders zich totaal niet bewust zijn, creëert dit een groot probleem - ze weten niet dat hun houding en reacties op hun ervaringen worden doorgegeven aan hun kind.